|
||||||||
|
Hoelang het geleden is dat we voor het eerst flink overrompeld werden door de verschijning van Yannick Peeters, de allesbehalve “gewone” bassiste, weet ik om de drommel niet meer, maar wel kan ik me herinneren hoe ze plots zowat overal tegelijk kwam opduiken en kennelijk over een schier onuitputtelijk arsenaal aan tijd beschikte, waardoor er -voor zover je dat al zou gewild hebben- een tijd lang geen ontkomen aan was: van Da Laatste Show tot De Zevende Dag, als er iets gespeeld werd dat naar jazz neigde, was Peeters van de partij. Op hoeveel platen ze inmiddels is opgedoken, durf ik bij benadering niet te schatten, en evenmin weet ik te zeggen hoe vaak ik haar al aan het werk zag in en om de Mechelse Nona. En dus is het best een beetje verwonderlijk dat we tot nu moesten wachten op de eerste plaat die ze onder eigen naam uitbrengt, maar laat ik meteen duidelijk zijn: het wachten loonde de moeite. Om te beginnen, wil ik een woordje kwijt over de hoesfoto, die een foto van de hand van echtgenoot Kristof Roseeuw toont, waarop, naar ik vermoed, hun beider kroost duidelijk maakt waar de plaattitel vandaan komt. Schitterende prent is dat, maar dit terzijde. Voor het opnemen van deze debuutplaat dook Peeters in haar intussen ongetwijfeld erg uitgebreide adressenboekje en stelde daarmee een ploegje samen, dat je, zonder enige overdrijving een DreamTeam kunt noemen. Altsaxofonist/klarinettist Frans Van Isacker en gitarist Frederik Leroux zag je in het verleden al aan het werk in ontelbare bezettingen, die echter steevast één ding gemeen hadden: het ging altijd om muziek, die enige inspanning vergt van de luisteraar. Geen popdeuntjes dus, al kunnen ze die vast ook spelen, als ze dat zouden willen, maar het maakt beide heren wel tot gedroomde partners voor,Peeters in dis visitekaartjes-avontuur. Daarnaast kwam Yannick uit bij drummer Tom Rainey, een kerel van wie je veel kunt zeggen, maar zeker niet dat er niets te gebeuren staat als hij speelt. Fred Hersch, Joey Baron en Kenny Werner -om slechts die drie te noemen- kunnen er over meespreken en dat zijn toch niet meteen de eerste de beste beginnelingen. Hij tekent dus present op deze plaat, die opvalt door de manier waarop alles wat afwijkt van de essentie. Blijven bijgevolg over: originaliteit, authenticiteit en vooral: lef! Lef om te spelen zoals ze spelen, met enorme contrasten -soms klinkt het erg rauw, soms erg fragiel- en met de vaste wil om uit te komen bij koppige creativiteit, mijlenver van elke middelmaat. Daarvoor heb je muzikanten nodig, die elkaar verregaand vertrouwen en die bereid zijn om mee te gaan op een reis, waarvan de bestemming vooraf niet of nauwelijks te bepalen is, helemaal in de filosofie van “de reis is belangrijker dan de bestemming”. Op dat punt is dit een redelijk fantastische plaat die, ik herhaal het- wat inspanning vraagt van de luisteraar, maar die je langs hoeken en kanten naar vergezichten brengt, waar je met open mond naar luistert en kijkt: de energie spat er van af en je hoeft maar een paar keer te luisteren naar tracks als ModeMode of Playtime’s Over om helemaal meegezogen te worden in het knappe universum van Yannick Peeters. Dat piept soms en dat kraakt, maar het heeft allemaal zijn betekenis en het staat waar het moet staan. Misschien niet voor beginnersoren gemaakt, maar kom, je moet ergens beginnen. Geen beter begin te bedenken dan deze plaat ! (Dani Heyvaert)
|